WONEN IN ITALIË – Terug naar normaal

Ik loop voor het eerst sinds maanden weer in Ceva. Onder de arcades passeren mij links en rechts mensen, allemaal met een mondkapje voor. De ogen boven het kapje kijken schichtig weg. Mij bevangt een gevoel van vervreemding. Het lijkt wel alsof ik in een droom loop, maar het is echt.

Zelf loop ik ook met een mondkapje. Maar zodra ik alleen loop in de frisse lucht gaat het af. Ik verbaas me over de mensen hier. Op de racefiets met mondkapje, boeren hoog op de tractor met een mondkapje. Is het allemaal angst? Of kopieert iedereen elkaars gedrag?

Het uitstapje naar Ceva is mijn tweede deze week. Het eerste ging naar Dogliani, naar een tuincentrum. Helemaal zenuwachtig was ik. Plastic handschoenen aan, mondkapje voor, desinfecterende doekjes mee, autocertificazione mee, klein thermosflesje koffie, zonnebril, papieren zakdoekjes.

Er was weer verkeer op de weg! En nergens politie. Ik zat euforisch in de auto. Heerlijk rijden tussen de heuvels vol bloeiend groen. Bij het Punto Agrario stond al een hele rij gemondkapte klanten.

Met een auto vol bloemen reed ik later terug naar het centrum. Ik kocht een brioche bij de bakker en installeerde me op een bankje. In sommige plaatsen mag je niet eens op een bankje gaan zitten, want er zou wel eens wat Covid-19 aan kunnen zitten. Ook hier waren op enkele bankjes biljetten geplakt. Maar ik wilde even niet weten wat erop stond. Heerlijk koffie zitten drinken. Een eerste stap op weg naar het gewone leven.

Zondag kreeg ik mijn eerste koffievisite sinds twee maanden. Een Nederlandse vriendin. We waren allebei een beetje lacherig. "Ik heb nog even overwogen een rokje aan te doen" zei ze, "ik ga per slot van rekening op visite." Op ruime afstand van elkaar buiten koffie gedronken en gezellig bijgekletst.

Maandag de wandelschoenen aan en naar casa Bricchetto gelopen. Heerlijk zonder steeds over je schouder te hoeven kijken of het blauwe autootje van de carabinieri je niet in de smiezen heeft. Op de terugweg kwam ik Bruna tegen met rugzakje, ook op het punt een stuk te gaan lopen. Krankzinnig eigenlijk dat dat twee maanden niet kon.

Ik prijs me iedere dag gelukkig met m'n tuin. Behalve dat hij steeds mooier wordt, valt er ook veel in te zien. Een ekster die parmantig vlak onder de neus van poes Pino over het gras loopt, alsof ie wil zeggen: dit is ook mijn grasveld.

De vogeltjes die in de muur van mijn huis een nest hebben gebouwd. Je hoort ze binnen piepen. Prachtige vlinders landen op m'n bloemen en bijen zoemen rond. Iedere namiddag zit ik met een biertje voor m'n neus ervan te genieten.

Dinsdagmiddag weer bezoek! De dames van de bar drinken een espressootje bij mij in de tuin, bij beiden hangt een mondkapje onder hun kin. De bar gaat misschien open voor meeneem-ontbijten!

Dan komt Grazia woensdagochtend met twee modieuze door haar gemaakte mondkapjes. Een ruitje en een gekleurd effen kapje. Ze komt ze passen. Ik krijg ze maandag pas, want ze zijn voor m'n verjaardag. Het is verreweg het meest originele verjaardagscadeau dat ik ooit heb gehad.

Vandaag via de Mombarcaro-app goed nieuws! Maandag gaat de bar inderdaad weer open. Alleen voor meeneem-koffie en -brioche. Van 's morgens 7 tot 10. Na de mondkapjes is dit ook een heel fijn cadeau.



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.